Die homootjes

bo

Ze duwt de buggy de tearoom in. Aan het plafond hangen kroonluchters, aan de muren spiegels met krullende, gouden randen, ook op het behangpapier prijken gouden krullen. Het is klein en druk, maar ze wilde per se hierheen. Ze zwaait naar de jongen die bij de bar staat en rolt de buggy naar een tafel. De jongen zwaait terug. We gaan zitten, ik zie aan haar gezicht dat ze tevreden is. Ik wilde naar de tearoom verderop, die is soberder, meer zoals een bruin café.
Ze tilt Bo uit de buggy met de camouflagekleuren en neemt hem op schoot. Zijn chihuahuajasje doet ze uit. De jongen loopt zwierig op ons af met twee menukaarten in de hand, zijn donkere haren vallen perfect om zijn gezicht. Hij aait Bo over zijn kop. ‘Dag lieve jongen!’ zegt hij. ‘Het is toch een jongen hé?’ Zijn wenkbrauwen gaan omhoog, hij brengt zijn hand naar zijn mond, alsof hij Bo misschien beledigd heeft.
‘Ja, het is een jongen,’ zegt mama, ze lacht.
‘En wat was zijn naam nu ook weer?’
‘Bo.’
‘Natuurlijk. Ik ken ook iemand die Bo heet.’ Zijn stem klinkt iets lager nu, zijn ogen zijn donker, met een fonkeling erin. Hij heeft een stoere kop, in combinatie met die vrouwelijkheid geeft dat uitstraling. Wanneer ik me er bewust van word dat ik naar hem zit te staren, schrik ik op. Hij knipoogt en stapt weg, zijn handen zweven ter hoogte van zijn schouders, zijn jeans zit strak om zijn kont.
‘Hoe komt het toch dat die homootjes altijd zo lief zijn? Robin is ook zo lief.’
Ze kijkt me vragend aan, ik moet lachen. Robin is haar kapper.
De jongen ruimt een tafel af en neemt orders op. De tearoom zit vol oudere dames die hem met hun ogen volgen, op hun gezichten een glimlach. Hij gaat even bij een vrouw zitten, ze haalt een bloes uit een tas. Hij houdt haar de bloes voor en begint heftig te knikken. De vrouw straalt. Dan staat hij op en komt hij naar onze tafel.
‘Hebben jullie al beslist?’ Hij kijkt eerst naar haar, dan naar mij.
‘Cappuccino,’ zegt mama.
‘Koffie verkeerd.’
‘Komt eraan!’ Hij laat zijn vinger over de neus van Bo glijden en loopt naar de bar.
Ze lacht. ‘Hij is zo lief met Bo, dat is wat anders dan die lomperiken soms. Trouwens, Robin kent hem ook.’
‘Robin, de kapper?’
Ze knikt. ‘Hij komt hier ook graag koffie drinken.’
De jongen staat druk gesticulerend te praten met het meisje achter de bar. Hij neemt de hele ruimte in.
‘Dat snap ik,’ zeg ik.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s