De dvd-speler

spiderman‘Kom binnen,’ zeg ik.
De man laat zijn regenjas aan het stuur van zijn fiets hangen. Het is een gammele fiets en het regent dat het giet. Een kwartier geleden mailde ik met de vrouw van de man, ze zei dat hij met de fiets zou komen, uit Sint-Amandsberg, ik zei dat het gerust ook morgen mocht, met die regen. Hij is al onderweg, mailde ze, dat is niet erg.
De man veegt zijn voeten uitgebreid af aan de mat. ‘Altijd respect tonen voor de mensen die het huis proper houden,’ zegt hij.
Hij heeft bijna geen tanden meer, zijn wangen zijn ongeschoren, zijn ogen vriendelijk. Hij is ergens in de zestig.
Ik neem hem mee de living in, naar de hoek waar de tv staat. In het menu van de Spider-Man dvd druk ik op de knop om de film af te spelen. Het logo van Columbia verschijnt.
‘Oké,’ zegt de man.
Ik haal Kaspers Spider-Man eruit en ontkoppel de dvd-speler. De man trekt een vuilniszak uit zijn achterzak, stopt de dvd-speler erin. Dan duwt hij alles in een plastic tas van de Aldi. Ik geef hem de afstandsbediening, ik had er nieuwe batterijen in gestopt om te testen. Die zou ik er nadien weer uit halen maar dat hoeft niet meer.
Hij haalt geld uit zijn zak, de vijftien euro die ik met zijn vrouw was overeengekomen op 2dehands.be.
‘Tien euro is ook goed,’ zeg ik.
Hij aarzelt en stopt dan het briefje van vijf weg. ‘Is dat voor mijn mooie glimlach?’ vraagt hij.
Ik moet lachen. ‘Ja,’ zeg ik.
Eigenlijk zou ik hem de dvd-speler gratis willen geven maar dat zou hij niet appreciëren, denk ik. Die aarzeling van daarnet duurde te lang.
Hij kijkt naar iets op de tafel, een stylo, hij neemt hem vast en bestudeert hem. ‘Die ken ik niet,’ zegt hij. ‘Ik verzamel ze, ik heb er al meer dan tienduizend. Een paar dozen vol!’
‘Pak maar mee,’ zeg ik.
Hij knipoogt en stopt het ding in zijn binnenzak die al vol steekt met andere stylo’s.
Ik trek de deur voor hem open, hou de dvd-speler vast terwijl hij zijn regenjas aantrekt. Dan bindt hij de tas van de Aldi op de bagagedrager van de fiets.
‘Gaat dat niet te veel daveren?’ vraag ik.
‘Nee hoor meisje, de slechte stukken doe ik te voet. Goeienavond nog!’
Hij stapt met de fiets de straat op en rijdt weg, voorzichtig, de duisternis en de gietende regen in.

Verliefd

raam

‘Rijden we nog eens langs?’ vraag ik.
‘Tuurlijk,’ zegt Liefje.
Ze slaat rechtsaf. De zon staat laag, er hangt mooi licht over de straat.
‘Stel het je hier voor in de zomer, als er bladeren aan de bomen hangen,’ zegt ze.
Bij het huis vertraagt ze, dan stopt ze en rijdt ze enkele meters naar achteren.
‘Er is plek,’ zeg ik. ‘Parkeren we even?’
Ze rijdt de auto de parkeerplek in en zet de motor af.
‘Het is een mooi huis,’ zeg ik.
‘Ja.’
We kijken elkaar aan, we beseffen het nog niet altijd even goed. Dit wordt ons huis, binnenkort toch, als de officiële akte getekend is. Mijn hart slaat al weken te snel. Wat een gedoe.
‘Nog drie maanden,’ zeg ik.
Het huis staat een halve kilometer van waar we nu wonen. Sinds we het voor het eerst hebben gezien passeren we er elke dag, het is een drang waaraan we niet kunnen weerstaan. Dan kijken we naar het huis dat binnenkort het onze zal zijn en zeggen we tegen elkaar hoe mooi we het vinden. Zou iedereen die een huis koopt dat doen of zijn wij gewoon zot?
‘Nog drie maanden,’ zegt Liefje. ‘Dat is lang.’ Ze zucht en manoeuvreert de auto de parkeerplek uit.
Ik kijk om tot het huis uit mijn gezichtsveld verdwijnt. Dan haal ik diep adem.

De container

puinIk kieper de koffietassen in de container, ze breken. Het is een triest zicht, hoe ze daar liggen in de motregen tussen de kapotte bakstenen en wc-potten. Pas nu merk ik de paarse vogel op. Hij is in tweeën gebroken, zijn pootjes zijn eraf, ik heb jarenlang niet meer op die vogel gelet, niet meer uit die tas gedronken. Ik studeerde nog toen ik de tas op café had meegepikt. Ik buig me over de rand van de container, de vogel houdt nog steeds de worm in zijn snavel. Ik zie de vriendin voor me met wie ik op café zat die keer, ze moest giechelen omdat ik de tas onder mijn jas had verborgen toen we vertrokken. Die vriendin heb ik al jaren niet meer gezien, ik heb ook al jaren niet meer aan haar gedacht.
Net heb ik nog Wacko’s versleten krabpaal in een container gegooid. Hij werd meteen platgedrukt door zo’n automatisch duwmechanisme, ik hoorde het hout kraken en moest slikken, ze had die krabpaal sinds ze een kitten was. En nu die tas.
Terwijl ik naar de gebroken vogel sta te staren valt er van alles in de container, het klinkt luid en er waait een boel stof op. Dat stof bedekt de restanten van de tassen, enkel de contouren blijven, de vogel is weg. Ik kijk naar de man naast me. Hij is een jaar of vijftig, draagt werkkleren, op zijn gezicht staan zwarte vegen, hij zit onder het stof. Hij schudt de zak van dik plastic uit. Als hij merkt dat ik naar hem kijk trekt hij zijn wenkbrauwen op. Ik draai me om en stap weg. Bij de container staat een bord met daarop ‘steenpuin’. Stom dat de paarse vogel nu tussen dat puin ligt maar het is de goeie container, ik heb het daarnet gevraagd aan een van de mannen die hier werken.