Jim, zie je onze liefde al zwemmen?

600111_4006240312654_1544015932_nIk open de deur. De spooklamp op de nachttafel verandert net van kleur en dompelt de kamer onder in een paarse gloed. Het hout kraakt onder mijn voeten. Die vloer kraakt altijd, hoezeer je ook je best doet. Ze ligt in een bolletje, op haar zij, haar gezicht onder het deken. Ik leg mijn hand op haar schouder, zo zacht mogelijk. Het is een wonder dat ze al slaapt en dat wil ik zo houden. Het spook wordt rood, de kamer ook. Als ik haar een zoen wil geven, duwt ze het deken van zich af en schiet ze recht. Haar ogen twinkelen, ze giechelt.
‘Oh! Je hebt me erin geluisd.’
Ze kijkt trots.
‘Ik deed alsof ik dacht dat je sliep,’ zeg ik.
‘Leugenaar.’ Ze steekt haar tong uit, trekt aan mijn hand. Ik ga op de rand van het bed zitten en aai Dax die naast haar ligt. Zijn pluchen poot steekt in een wc-rol, zijn oog is afgeplakt met een wattenschijfje en op zijn rug kleeft een grote pleister gemaakt van ruitjespapier.
‘Oei. Wat is er gebeurd?’
‘Wacko heeft hem gebeten.’
‘Ons roofdier.’
‘En Dax is veel te braaf.’ Ze neemt de labrador op en drukt hem tegen zich aan, geeft hem een zoen. Ze kijkt naar Dax, dan naar mij. Ze lijkt te twijfelen. ‘Cat?’
‘Mila?’
‘Kijk.’ Ze haalt een tekening van onder het bed en duwt hem in mijn handen. Twee dolfijnen springen op uit het water, ze doen dat min of meer symmetrisch. Tussen hun snoeten heeft ze een groot hart getekend met daarin J + M. Op de achtergrond drijft een eiland, de zon schijnt, vogels vliegen door de lucht. Boven de tekening staat: Jim, zie je onze liefde al zwemmen? Het spook doet de kamer en de tekening oranje kleuren.
‘Wauw.’
‘Vind je het mooi?’
‘Heel mooi. Die zin, die is prachtig. Hij zal het super vinden, dat weet ik zeker.’
Ze bijt in haar vinger, lacht.
‘Wanneer ga je het hem geven?’
‘Morgen.’
‘Leuk dat hij weer je vriendje is.’
Ze knikt, lacht verlegen, en schuift zodanig heen en weer dat Dax in een wurggreep komt te liggen. Twee jaar geleden was hij al eens haar vriendje, dan kwam er een andere jongen, toen even een meisje, en nu weer Jim.
‘Zou ik hem een knuffel geven ook?’
‘Een van jouw knuffels?’
Ze knikt. ‘Een kleintje.’
‘Goed idee.’
‘Welke?’
‘Denk daar maar over na terwijl je in slaap valt. Goed?’
Ik geef haar een zoen en dek haar toe. De kleur van het spook is weer paars nu, op haar voorhoofd staat een frons. Kiezen uit al die knuffels lijkt me niet eenvoudig. Ik trek de deur achter me dicht en loop de trap af. Jim, zie je onze liefde al zwemmen? Dat is echt mooi.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s