Ik fiets het Keizerpark in. Aan een elektriciteitskast hangt al enkele weken een A4-blad met foto’s van een vermiste kat die Pien heet. Wacko is ooit ook spoorloos geweest, tijdens de koude winter drie jaar geleden. In de buurt hadden we van die A4-bladen in plastieken hoesjes gehangen, aan palen, bomen. Wacko hing op in de frituur, de apotheek, de Brantano, noem maar op, ook had ik een paar duizend flyers gebust. Ik stelde me van alles voor, dat ze in de vrieskou langs een berm lag te sterven of ergens opgesloten zat en daar zou creperen. Elke dag zag ik overal die affiches hangen, het was een kloteperiode die zeventig dagen duurde.
Wanneer ik de brug over ben zie ik een kat lopen. Zwart, met witte sokjes. Ze loopt langs geparkeerde auto’s, gaat dan een parkje in waar ze bij een boom blijft staan. Ik rij haar voorzichtig achterna, kan haar tot op enkele meters naderen en bekijk haar aandachtig. Dan koers ik terug naar het Keizerpark.
Drie jaar geleden belde ik aan bij alle huizen in onze straat, bij mensen die ik niet kende, we woonden daar toen pas, om te vragen of ze in hun tuinhuis of kelder wilden kijken. Sommige van die mensen lieten me binnen om samen te kijken, anderen gooiden de deur in mijn gezicht. ‘Toch niet voor een kat?’ zag je hen denken.
Bij de elektriciteitskast trek ik aan mijn remmen, dat piept, en ik bekijk de foto’s van Pien. Ze is zwart met witte pootjes, maar ze heeft een witte vlek op haar borst, de poes van daarnet niet. Verdomme. Ik draai mijn fiets en rij terug, richting werk, trager nu, denk aan hoe de eigenaar van dat restaurant Wacko in zijn tuin had opgemerkt, naar zo’n affiche in de buurt was gelopen en me had gebeld. Liefje en ik reden dan naar het restaurant langs de steenweg, het vroor hard maar de zon scheen, de auto’s raasden voorbij, we stapten uit en riepen ‘Wacko?’. Enkele seconden later kwam ze uit de struiken, ze miauwde en liep naar ons toe. Ik greep haar vast en stapte met haar in de auto, ze was erg vermagerd, haar pels zat vol stof en rook naar motorolie. Toen heb ik zitten janken van geluk. Ik hoop dat de baasjes van Pien dat binnenkort ook kunnen doen.
Zo’n mooi verhaal (met een happy end!) over Wacko. Kon ze daar niet weg dan? Meegenomen door iemand? Zal misschien altijd een raadsel blijven…
Ze hing al een tweetal weken rond in de tuin van dat restaurant en kreeg er restjes eten van de kok. En ja, ze kon er weg, maar in tegenstelling tot vele andere katten heeft Wacko blijkbaar geen ingebouwde gps. Dat restaurant was amper vijfhonderd meter van onze deur, ben er in die tijd ook vaak gepasseerd. Geen idee hoe ze bij ons is weggeraakt, op een dag was ze gewoon verdwenen, en dat heeft dus tien weken geduurd.