Op de luchthaven

zav‘De vlucht is overboekt, ik weet niet of ik jullie nog kan inchecken.’
‘Kan niet,’ zegt Liefje. ‘Die vlucht hebben we betaald, meteen bij de reservering. In mei.’
‘Ja, maar hij is overboekt.’ Ze zegt het alsof het de normaalste zaak van de wereld is en belt iemand op. Ik hoor niet wat ze zegt, ze luistert en fronst vooral, dat duurt enkele minuten. Dan legt ze in.
‘Jullie hebben geluk. Maar check de volgende keer online in, dat is veiliger.’
Ik zet mijn koffer op de band. Online inchecken dus, zijn wij achterlijk of zo?
‘Om kwart voor elf begint het boarden aan gate 57,’ zegt de vrouw. ‘Aan boord wordt uitzonderlijk geen maaltijd geserveerd, maar u krijgt een bon van acht euro om een snack mee te kopen.’
Ik kijk op mijn gsm, het is al over half tien. Bijna een uur hebben we aangeschoven aan de incheckbalie, de hele ochtend moesten we racen om hier op tijd te geraken.
We haasten ons naar de douanecontrole, ik neem een bak en leg er mijn rugzak in, mijn sleutels. Mijn riem blijft steken aan de lussen van mijn jeans, ik moet eraan sleuren. Liefje loopt door de detector en dat zorgt voor gepiep. Terwijl ik mijn riem weer de lussen induw moet ze haar schoenen uitdoen en met plastic hoesjes om haar voeten door de detector stappen. Geen gepiep deze keer.
We gaan verder, de taksvrije zone in, naar een zaak waar ze belegde broodjes verkopen. Er schuiven veel mensen aan.
Om vijf voor elf lopen we op de automatische banden naar gate 57. Dat gaat zo snel vooruit dat ik bijna struikel als we weer een stuk gewoon moeten stappen. Ik voel me opgefokt, om de een of andere reden stel ik me de luchthaven altijd romantischer voor.
Gate 57 komt in zicht, het boarden is bezig maar de rij is nog lang.
‘Gaan we snel even plassen?’ vraagt Liefje.
‘Ja, ik ga ook liever niet op het vliegtuig.’
In de toiletten staan enkele vrouwen voor, het gaat traag. Als ik weer buiten kom is Liefje al vertrokken, ik tref haar aan in de hal, ze is in haar rugzak aan het graaien, haar ogen zijn groot.
‘Ik ben m’n boardingpass kwijt,’ zegt ze. ‘Heb jij ‘m?’
Aan de hak van haar schoen kleeft toiletpapier maar dat zeg ik nu best niet. Ik voel in mijn achterzak, daar zit enkel mijn kaart. ‘Misschien heb je hem in het toilet verloren?’
Ze loopt naar de toiletten, haar rugzak laat ze liggen. Ik pak hem op en loop achter haar aan. De rij aan gate 57 is bijna verdwenen.
‘Naar welk toilet ben je geweest?’ Er zijn vier toiletten, ze zijn allemaal bezet.
Ze wijst een deur aan.
‘Misschien is het geen probleem,’ zeg ik. ‘Je hebt je identiteitskaart en je bent geregistreerd voor de vlucht. Ze kunnen dat toch opzoeken?’
‘Het is wél een probleem!’
De deur gaat open, een vrouw komt buiten. Liefje loopt binnen, kijkt rond en zucht. ‘Hij ligt hier niet!’ Ze pakt haar rugzak uit mijn hand, loopt weg. Ik zie iets liggen onder de vuilnisbak in het toilet. Het is de kaart, haar naam staat erop. De vrouw die net het bewuste toilet verliet staat haar handen te wassen. Ze bekijkt me nieuwsgierig.
In de hal is Liefje weer in haar rugzak aan het rommelen, het toiletpapier plakt nog steeds aan haar hak. Ik zwaai met de boardingpass en zie de opluchting op haar gezicht. Ze lacht, ik ook.
‘Er hangt wc-papier aan je hak,’ zeg ik.
Ze schopt het eraf en we lopen naar gate 57 waar enkel nog een man van TAP Portugal staat. Hij fronst, tikt met zijn vinger op zijn horloge en laat ons door, de trap naar het vliegtuig op.

2 gedachten over “Op de luchthaven

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s